Voor ongeveer 40 krakelingen:
- 115 gram roomboter ongezouten, op kamertemperatuur
- 115 gram poedersuiker
- 2 stuks eieren
- 25 gram golden syrup
- 1/4 theelepel vanille essence
- 250 gram bloem
- kristalsuiker
- bakplaat
- bakpapier
Klop één ei alvast los. Van het andere ei gebruiken we alleen de dooier, het eiwit wordt in dit recept niet gebruikt.
Klop de boter en het poedersuiker tot een lichte, romige massa.
Voeg het losgeklopt ei, de golden syrup en vanille essence toe en klop weer tot een romige massa.
Voeg de bloem toe en roer alles tot een deeg.
Bestuif je werkblad met een beetje bloem, stort het deeg hierop, kneed het deeg nog even met je handen. Vorm een mooie, gladde bal van het deeg, wikkel het in plastic folie en leg het een half uur in de koelkast.
Leg ondertussen een vel bakpapier op een bakplaat (of meerdere bakplaten).
Haal het deeg na een half uur uit de koelkast en verdeel het in 40 gelijke stukjes.
Rol een stukje deeg uit (met je handen op het aanrecht) tot een sliert van ongeveer 20-25 centimeter.
Vouw de uiteinden van de sliert naar binnen, ‘plak’ één kant op de sliert en leg de andere kant eroverheen en ‘plak’ deze ook vast aan de sliert.
Leg de krakelingen op de met bakpapier beklede bakplaat.
Roer de eidooier los met een eetlepel water en bestrijk hier de krakelingen mee. Bestrooi de krakelingen met kristalsuiker. Laat de krakelingen even rusten op de bakplaat.
Verwarm de oven voor op 190 graden en bak de krakelingen ongeveer 10 minuten. Laat ze afkoelen op een taartrooster.
