Ingredienten
1 vanillestokje
2,5 dl melk
100 gram boter
250 gram bloem
15 gram verse gist
2 eieren, gesplitst
1 eetlepel fijne tafelsuiker
snufje zout
50 gram geleisuiker
poedersuiker
optie: 1 zakje vanillesuiker
Bereiding
Voorbereiding: Snijd het vanillestokje in de lengte open. Breng in een niet te kleine pan de melk aan de kook met de boter en het vanillestokje. Neem de pan van het vuur en klop de bloem er beetje bij beetje door. Laat alles op een laag vuur 5 minuten zachtjes pruttelen. Verwijder het vanillestokje en laat de massa afkoelen.
Verkruimel de gist en los de gist op in 125 ml lauwwarm (absoluut niet warmer, anders gaat de levende gist dood!) water. Roer het gistmengsel en de eidooiers door het beslag.
Klop de eiwitten stijf met de suiker en spatel ze voorzichtig, samen met het zout, door het beslag. Zet de kom op een warme tochtvrije plek en leg een vochtige doek over de kom. Laat het deeg in ca. 1 uur in omvang verdubbelen.
Bereiding: Maak het wafelijzer warm. Giet er beslag in (de vorm mag niet meer dan voor driekwart gevuld zijn) en bestrooi met wat geleisuiker. Bak de wafels in ca. 6 minuten mooi bruin en gaar.
Bestrooi de wafels met poedersuiker. Geef er eventueel verse aardbeien of warme kersen op sap met slagroom bij. Ook een Chocolade saus met een bolletje ijs past hier goed bij.